Onderzoekster KU Leuven: "laat kinderen 1-2 uur per week gamen op school"
Yung Shin Van Der Sype, onderzoekster aan de KU Leuven, stelt voor om kinderen één tot twee uur per week te laten gamen op school. Dat voorstel komt voor uit haar onderzoeksdomein, waarin ze zich vooral bezighoudt met werkgerelateerde (juridische) problemen in het digitale tijdperk. Van Der Sype wijst erop dat in het bedrijfsleven nu al soms elementen uit games gebruikt worden om werknemers bepaalde (extra) vaardigheden bij te brengen. Concreet verwijst ze bijvoorbeeld naar het feit dat werknemers via een computerspel getraind kunnen worden om phishing mails te herkennen.
Hoe het gamen op school er precies uit zou moeten zien, dat laat Van Der Sype voorlopig in het midden, maar ze is er dus wel vrij zeker van dat het een positief effect zal hebben op de ontwikkeling van kinderen. Dat is op zich niet zo vreemd. Leren doe je immers best op jongere leeftijd en daarnaast wordt tegenwoordig ook de nodige nadruk gelegd op actief leren, in plaats van enkel op passief, theoretisch leren, zoals vroeger. Gamen op school ligt dan in het verlengde van bijvoorbeeld een excursie in het kader van biologie. Bovendien leert het kinderen ook op een andere, meer creatieve manier denken, en leren ze bepaalde problemen sneller op te lossen.
Al bij al zegt Van Der Sype niet veel meer dan wat sommige studies al langer dan vandaag zeggen, namelijk dat gamen wel degelijk een positief effect kan hebben. In andere landen zijn ze wat de uitwerking daarvan betreft ook al een stapje verder dan hier. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld bestaan er nationale programma's die Minecraft en programmeren succesvol tot in de klas brengen. Het grote nieuws hier is misschien dus eerder vooral dat de discussie omtrent gamen op school ook bij ons geopend zou kunnen zijn, al is er waarschijnlijk nog een lange weg af te leggen alvorens gamen effectief deel zou uitmaken van de schoolactiviteiten.