PILE OF SHAME | 26. Curse of the Dead Gods (2021)
Een gedocumenteerde poging van Uberkamper om zijn persoonlijke Pile of Shame tot nul te herleiden.
Uberkamper nam bij het begin van dit jaar het goede voornemen om zijn persoonlijke Pile of Shame te reduceren tot een vers geploegde akker in de polders van de Moeren (tot nader order nog steeds het meest vlakke stuk land van Vlaanderen).
26. Curse of the Dead Gods (2021)
Opgelet: deze tekst bevat spoilers!
Toen Hades in 2020 op de wereld werd losgelaten was het zonder meer een absoluut topspel in het genre van de – hou u vast –Roguelike Realtime Isometrische Dungeoncrawlers. Het is een genre dat op Hades en het eerder dit jaar verschenen Hades II na, schaars bevolkt wordt door eerder middelmatige titels. Sterker nog: Tegenover deze twee absolute mijlpalen lijken de andere telgen in hetzelfde genre slechts zielige karikaturen van zichzelf te zijn. Vandaar dat Uberkamper zich bij wijze van inleiding de vrijheid veroorlooft om Hades - een spel dat zich afspeelt in de diepste, meest duistere krochten van de hel - een hoogtepunt en een lichtend baken te noemen. Natuurlijk is alle roem relatief en roept het desbetreffende genre slechts bij een minderheid van gamers spontaan warme gevoelens op, maar Hades was zo goed dat Uberkamper bij het spelen onwillekeurig het gevoel had dat de makers van dit spel hem een gunst bewezen door hem toe te staan hun uitgepuurde zuivere code op zijn onwaardige harde schijf te deponeren.

Het feit dat deze Curse of the Dead Gods het noodlot trof om een jaar na de definitieve instelling van de Hades dynastie te verschijnen, betekende dat het spel onwillekeurig met haar grote voorganger werd vergeleken. Gezien de twee games kort na elkaar verschenen en dus gelijktijdig in productie waren, spreekt het nochtans voor zich dat Curse of the Dead Gods geen schaamteloze kopie is – of afhankelijk van het perspectief een plechtig eerbetoon – aan de grote meester in het genre. Het spel heeft wel degelijk een eigen smoel en de makers wilden overduidelijk een paar niet eerder gebruikte gameplay elementen introduceren waarvan ze vermoedden dat deze de vaart der volkeren in het algemeen en het Roguelike genre in het bijzonder werkelijk vooruit konden stuwen.
Nieuw en origineel was alvast het systeem met toenemende corruptie die uiteindelijk resulteerde in enkele brutale vervloekingen die de kans om het eindpunt te halen in toenemende ernstig op de helling zette. Helaas gaf het onder controle houden van corruptie wel een eigen smoel aan Curse of the Dead Gods, maar werken een paar van deze vervloekingen niet in op het spel zelf, maar wel op gameplay elementen als het perspectief of op de getoonde spel informatie. Het knoeien met dit soort elementen doorbreekt de vierde muur zonder ironie te introduceren en heeft dus enkel als resultaat dat het de inleving in het spel vermindert. Dat is jammer omdat er wel degelijk genoeg manieren zijn om spelers grondig het leven zuur te maken zonder dat deze het onprettige gevoel krijgen dat het spel een gretige grabbel doet naar hun weke delen. Dat neemt niet weg dat het systeem van de vervloekingen mooi complementair was met het eveneens aanwezige systeem van zegeningen en gunsten van de Goden die wel in menig ander spel voorkomen.

Helaas blijft tot op vandaag ook het jammere feit overeind dat meer dan de helft van de vrij te spelen zegeningen en heel wat wapens in het spel amper enig voordeel opleveren. Aangezien de essentie van roguelike spellen er doorgaans in bestaat dat elke dood een kleine vooruitgang oplevert, levert het vrijspelen van een karrenvracht nutteloze brol in Curse of the Dead Gods toch vooral tandengeknars op. Opnieuw blijkt dat twee games vrijwel identieke paden kunnen gaan tijdens de ontwikkeling, maar dat bij een spel als Hades alles op een of andere manier perfect op de plaats valt, terwijl het andere spel bij momenten hetzelfde gevoel oproept als wanneer er een rol schuurpapier in plaats van WC-papier aan de muur hangt.
Inhoudelijk bestaat Curse of the Dead Gods uit een langgerekte tocht doorheen een oeroude piramide tempel. Van de schaarse plotelementen die vrij te spelen zijn in het spel kon Uberkamper met enige moeite volgend verhaal samenstellen: Het hoofpersonage is een zwaar besnorde 19e eeuwse ontdekkingsreiziger die luistert naar de indrukwekkende naam Caradog McCallister. Deze ontdekt de tempel als het laatste overblijfsel van de oude fictieve Chatac beschaving. Xbeltz'aloc, de God van dood en pijn vernietigde de Chatacs door hun drie wonderbaarlijke Goden – Tamok de Jaguar-God van het vuur, Yaatz de adelaar-godin van de bliksem en Sich'al de giftige Slang-Godin - gevangen te zetten en iedereen in een beweging te vervormen tot een bende zielloze monsters (wat zijn boosaardigheid helaas een ietwat clichématig karakter geeft).

In de eeuwen die volgden werden talloze avonturiers die de tempel binnenkwamen gedwongen om te vechten tegen deze Goden en hun willoze onderdanen tot vermaak van Xbeltz'aloc. Door zijn waarde te bewijzen in het gevecht en zegeningen van de Goden te verwerven slaagt Caradog erin om de vorige kampioen Clovis Pardieux (alweer een fantastisch mooie naam voor een spelpersonage) te overwinnen en diens zuster Marie-Clothilde met zijn lichaam te laten ontsnappen uit de tempel. Zelf blijft Caradog gevangen in de eindeloze cyclus van sterven en herrijzen tot enkel zijn lichaam als een lege huls overblijft. Het is al bij al een boeiende verhaallijn die bij momenten wat doet denken aan de sfeer van pakweg een vroege Indiana Jones, maar jammer genoeg wel héél summier werd uitgewerkt.
De Chatacs zelf zijn overigens een fictieve beschaving. Er zitten enkele kleinere Maya decorelementen in het spel, maar architectuur en iconografie in het spel zijn voor het overgrote deel geïnspireerd door de Azteken. Ook de wreedheid en bloeddorst van de Goden verwijst duidelijk naar het perverse (en door zowat elk volk uit de ruime omgeving gehate) rijk van de Azteken dat Conquistador Cortez en jolige kornuiten in de 16e eeuw hebben aangetroffen aan de gene zijde van de oceaan. Natuurlijk is Uberkamper eens met het principe van Justinus de Martelaar die in 160 n.Chr. (vgl. Ad Gentes, §11, 1965) reeds stelde dat alle culturen gelijkwaardige dragers van zaden van waarheid zijn. Maar in dit specifieke geval is de wereld mogelijk toch beter af na de vernietiging van deze knekelmaatschappij die in de vol idiote waan verkeerde dat ze enkel kon blijven bestaan door doorlopend mensen levend het hart uit de borst te snijden. Het zijn dat soort culturen die de mensheid een slechte naam geven. Dat ze in een beweging ook een sfeervolle setting bieden voor talloze spannende computergames, mag slechts een schrale troost heten voor wie als mensenoffer klaar ligt op hun bloedaltaren.

Al bij al is Curse of the Dead Gods een verdienstelijk spel geworden dat wat in de schaduw is blijven staan van die andere grote titel. Het verdient in ieder geval een waardige opvolger waarin spelers meer kunnen vernemen over het tragische lot van Caradog McCallister. Alleen al omwille van zijn naam en zijn iconische snor zou Uberkamper zich blindelings terug in de tempel van de dode goden storten.
Curse of the Dead Gods (2021)
Pro
- Degelijk roguelike actiespel met corruptie als nieuw spelelement
- Verhaal prikkelt de verbeelding
Contra
- Verhaal héél summier uitgewerkt
- Amper progressie en veel nutteloze items
Wie is Uberkamper?
Uberkamper. Zijn van nature trage en beschouwende speelstijl lijkt zozeer op "campen" dat besloten werd deze doorgaans pejoratieve nomenclatuur als eretitel te adopteren. De variant met "K" i.p.v. "C" bleek evenwel ongelukkigerwijze naar het Duitste woord voor vechten te verwijzen, eerder dan naar het Engelse woord voor Kamperen. "Uber", eveneens aan het Duits ontleend, betekent dan weer: alles en iedereen overtreffend. Dat is natuurlijk, laat ons eerlijk zijn, de enige manier om een spel te spelen. Uberkamper kan dus evenzeer verwijzen naar het overtreffende vermogen om stil in een hoek te liggen en te wachten tot het spel gedaan is, als naar degene die het speelveld overheerst en domineert. De beiden zijn correct.
eventjes gecheckt kost nog altijd 20€ op psn, wachten op gratis versie dan ga ik dit toch eens bekijken
Geplaatst op 2025-12-20 12:27:47
Als je dit tof vond moet je Ravenswatch eens uitproberen, ook van Passtech.
Geplaatst op 2025-12-20 22:52:25
ziet er alvast goed uit bedankt voor de tip
Geplaatst op 2025-12-21 09:05:55